Wat is vaccinatie?
Vaccinatie is essentieel voor de gezondheid en het welzijn van huisdieren, waaronder honden, katten, konijnen en knaagdieren. Vaccins werken door het immuunsysteem te stimuleren antilichamen en immuuncellen te produceren die schadelijke ziekteverwekkers, zoals virussen en bacteriën, kunnen bestrijden. Zonder de juiste vaccinatie lopen huisdieren het risico ernstige en potentieel dodelijke ziekten op te lopen.
Er zijn verschillende soorten vaccins beschikbaar voor verschillende soorten huisdieren. Voor honden omvatten gebruikelijke vaccins die tegen hondenziekte, leptosirose(rattenziekte), parvovirus, hepatitis, kennelhoest en rabiës (hondsdolheid).
- hondenziekte en leptospirose(rattenziekte) = basisvaccinatie
- kennelhoest = voor hondenschool, kennel, veel contact met andere honden
- rabiës (hondsdolheid) = bij het oversteken van de grens naar het buitenland
Het is belangrijk om een dierenarts te raadplegen om te bepalen welke vaccins geschikt zijn voor uw huisdier op basis van hun levensstijl, locatie en gezondheidsgeschiedenis.
Vaccinatieschema’s voor huisdieren variëren afhankelijk van het type vaccin. Over het algemeen hebben puppy’s en kittens een reeks vaccinaties nodig om hun immuniteit op te bouwen, terwijl volwassen huisdieren jaarlijks een herhalingsvaccinatie nodig hebben om hun bescherming te behouden. Het is belangrijk om het aanbevolen vaccinatieschema te volgen om ervoor te zorgen dat huisdieren voldoende beschermd zijn tegen infectieziekten. Helaas slaan sommige huisdiereigenaren nog steeds vaccinaties over, waardoor hun huisdieren het risico lopen op een ernstige ziekte.
Vaccinatieschema hond
De eerste vaccinaties beginnen wanneer ze nog steeds puppy zijn. Deze worden ideaal gezien gegeven op de leeftijd van 6, 9, 12 en (16 weken). Nadien wordt de volgende prik gegeven als uw hond 1 jaar wordt. Uw hond vaccineren tegen Parvovirose (kattenziekte), leptospirose (rattenziekte), Hondenziekte, Hepatitis en Kennelhoest is een aanrader.
De eerste vaccinaties gebeuren meestal bij de fokker en dit als uw pup 6 weken oud is.
- Op 6 weken: puppyenting tegen Hondenziekte en Parvovirose (1 inenting)
- Op 9 weken: inenting tegen Parvovirose en Rattenziekte, Hondenziekte, Hepatitis en Kennelhoest (2 inentingen)
- Op 12 weken: herhalingsinenting tegen Parvovirose, Rattenziekte, Hondenziekte, Hepatitis en Kennelhoest (2 inentingen)
- Op 16 weken kan eventueel een extra herhalingsinenting worden gegeven
Vervolgens gebeuren de vaccinaties elk jaar, met als uitzondering de vaccinatie voor Rabiës (om de 3 jaar).
Verschillende ziekten
Parvovirus of kattenziekte
Parvovirus is een zeer gevaarlijke en potentieel levensbedreigend virus die vooral voorkomt bij jonge honden en wordt veroorzakt door het Canine Parvo Virus. Het Parvovirus is een hardnekkig virus en kan in de omgeving een jaar lang overleven en dieren besmetten. In tegenstelling tot andere virussen is het Parvovirus bestand tegen warmte, schoonmaakmiddelen en alcohol. Alleen chloor kan het virus doden. Om deze reden is het belangrijk om de symptomen van Parvovirus te herkennen en te voorkomen door middel van vaccinatie. Pups moeten zeker gevaccineerd worden tegen Parvovirus op 9 en 12 weken oud.
De verspreiding vindt plaats door direct en indirect contact. Het virus verspreid zich snel door middel van de ontlasting en het braaksel van de hond. Het komt eigenlijk nooit voor dat de besmetting van hond op hond verloopt, maar voornamelijk via indirect contact. Dit komt vaak voor bij (jonge) honden die niet volledig gevaccineerd zijn en vooral bij honden die bij broodfokkers vandaan komen. Dit komt met name door het verzwakte afweersysteem als gevolg van stress bij de honden. In deze periode gaat de hond ook zijn eigen immuniteit opbouwen, de antistoffen die de hond binnenkreeg via de moedermelk verdwijnt in deze periode.
De kenmerken waaraan de diagnose Parvovirus wordt gehangen zijn hoge koorts, braken, spierzwakte en waterdunne en vaak bloederige diarree. Zo kan het virus worden aangetoond aan de hand van een stoelgangonderzoek.
Hoe eerder je erbij bent, hoe groter de kans op genezing is. Er is geen behandeling tegen het virus en de hond zal het zelf moeten oplossen door antistoffen aan te maken. Door de diarree verliest het dier veel vocht, dit kan eventueel worden ondersteund met een infuus. Er kunnen antibiotica en ontstekingsremmers gegeven worden. Omdat de bron niet bestreden kan worden, wordt er een symptomatische behandeling ingezet. Om het Parvovirus te voorkomen kun je hygiëne maatregelen nemen door schone kleren te dragen bij jonge dieren. Omdat het virus erg besmettelijk is, kunnen (mogelijk) besmette dieren het beste in afzondering verzorgd worden.
Bovendien kan het Parvovirus het immuunsysteem van uw hond verzwakken, waardoor hij vatbaarder wordt voor andere ziekten. Het is daarom van vitaal belang om uw hond jaarlijks te vaccineren tegen Parvovirus. Het dier wordt preventief geënt, maar dit is geen garantie op dat de hond het niet kan krijgen.
Het virus is zeer besmettelijk voor andere honden, maar niet voor mensen (geen zoönose).
Leptospirose of rattenziekte
Leptospirose is een verzamelnaam voor meerdere ziektes die ontstaan uit de bacterie Leptospira. Van leptospiren bestaan veel verschillende varianten die verschillende ziektebeelden bij de hond kunnen veroorzaken. De ziekte van Weil is daarvan de beruchtste en eerder ernstige vorm.
Leptospirose wordt via de urine van knaagdieren (muizen, ratten) en besmette honden in de omgeving verspreid. Een hond raakt besmet doordat leptospiren vanuit de leefomgeving via de slijmvliezen of wondjes het lichaam van de hond binnendringen. Let hierbij vooral op bij stilstaand water. Knaagdieren kunnen de bacterie in de urine hebben zonder zelf ziek te zijn. De hond, koe en mens worden vaak wel (ernstig) ziek
De leptospiren verspreiden zich via het bloed naar verschillende organen. Na een week kunnen de eerste symptomen optreden, zoals:
- Apathie
- verminderde eetlust;
- braken;
- koorts.
Honden die besmet worden met de klassieke vormen van Leptospirose, hebben na het verspreiden ook nierfalen en leverfalen. Als de ziekte verergert, doen zich, afhankelijk van de betrokken organen, andere symptomen voor zoals lusteloosheid, geelzucht, trillende spieren, bloederige diarree door ernstige beschadiging van het maagdarmkanaal en aantasting van de nieren leidt ertoe dat de dieren frequent moeten plassen.
Het gevaar van leptospirose wordt nog altijd onderschat, omdat vooral lichte besmettingen moeilijk worden herkend en daardoor de diagnose in de praktijk soms niet of pas heel laat wordt gesteld. Orgaanbeschadiging en daarmee gepaard gaande ernstige symptomen zijn dan vaak al opgetreden. De ziekte van Weil kunnen we aantonen met een bloedonderzoek waarbij de afweerreactie (antilichamen) van het lichaam tegen de bacterie worden gemeten (MAT). Soms moeten we de test herhalen of moeten we andere laboratoriumtesten doen om zeker te zijn dat de klachten werden veroorzaakt door Leptospirose.
Een hond met leptospirose heeft intensieve medische zorg nodig. Naast noodzakelijke symptomatische behandeling (koortsbestrijding, infuustherapie, sondevoeding, en dergelijke) is een behandeling met antibiotica noodzakelijk.
De hond moet in strikte quarantaine geplaatst worden, aangezien de aandoening gevaar oplevert voor mensen en honden. Besmette honden kunnen langdurig de bacterie uitplassen en zodoende anderen besmetten. Ongevaccineerde dieren overleven de ziekte vaak niet. Daarom is de vaccinatie zeer belangrijk! De vaccinatie wordt meestal gezien als basisvaccinatie en dient ook elk jaar herhaald te worden.
De ziekte van Weil is een van dier op mens overdraagbare, besmettelijke ziekte (zoönose) die ernstige gevolgen kan hebben.
Hondenziekte of ziekte van Carré
Hondenziekte (ziekte van Carré of Canine Distemper) is een zeer besmettelijk virus dat vooral veel schade aanricht bij jonge dieren. Honden en fretten kunnen in het ergste geval aan de ziekte overlijden. Door infectie ontstaat een verlaging van het immuunsysteem, waardoor secundaire bacteriële infecties gemakkelijker het dier ziek maken. Dit kan problemen geven in de luchtwegen, maag, darmen, huid, ogen en in het zenuwstelsel.
Tegen het virus wordt in België en Nederland standaard geënt. Gevaccineerde dieren kunnen nog wel ziek worden, maar de klachten zijn over het algemeen minder ernstig. Meestal betreft het jonge dieren. De meest voorkomende symptomen zijn:
- Luchtwegen: neusuitvloeiing, ooguitvloeiing, hoesten, benauwd, longontsteking
- Maag- en darmen: niet willen eten (anorexie), braken en diarree (mogelijk met bloedbijmenging)
- soms huidklachten
Ziekten als kennelhoest kunnen vergelijkbare luchtwegproblemen geven. Ook maag-darmklachten kunnen verschillende oorzaken hebben. De diagnose kan worden gesteld door een PCR test of een immunofluorescentietest van oog- of neusuitvloeiing of met een antilichamentest. De uitslag van deze testen laat meestal enkele dagen op zich wachten.
Een symptomatische behandeling kan uw hond ondersteunen en helpen bij het overwinnen van het virus. Zo kan met met medicatie en infuus ervoor zorgen dat de hond zich beter voelt.
Hondenziekte is zeer besmettelijk. Het wordt overgebracht via hoesten, niesen, proesten, direct en indirect contact. Het virus is ook aanwezig in ontlasting en urine. Dieren kunnen tot 4 maanden na besmetting het virus uitscheiden. Drie tot zes dagen na infectie kan het dier een koortspiek krijgen. Dit valt de eigenaar vaak niet op. Eén tot vier weken na infectie krijgen de meeste dieren andere klinische klachten.
Pups zijn via antilichamen in de moedermelk beschermd tegen hondenziekte. Als de teef niet gevaccineerd is, en de ziekte niet heeft gehad, werkt dit beschermingsmechanisme niet. Zodra de moedermelk is uitgewerkt (dit is als de pup tussen de enkele weken en 5 maanden oud is) kan de pup zelf weerstand opbouwen tegen deze infectie. Vaccinatie is hiervoor altijd zeer belangrijk!
Hondenziekte is niet gevaarlijk voor de mens of voor de kat. Het is dus geen zoönose.
Hepatitis of leverziekte
Hepatitis of ook wel leverontsteking genaamd kan ervoor zorgen dat heel wat cellen in de lever beschadigd raken. De lever is bij honden, net zoals bij mensen een belangrijk orgaan voor bijvoorbeeld de spijsvertering.
Er zijn verschillende soorten en oorzaken van hepatitis:
- Normale hepatitis: Ontsteking door aanbrengen van schade aan de lever. Verkeerde dosis medicatie, verkeerde soort medicatie of een verkeerde voeding zowel acuut als langdurig.
- Virale hepatitis. Deze vorm staat ook wel bekend als infectieuze hepatitis bij de hond of de ziekte van Rubarth. Deze wordt veroorzaakt door het Adenovirus 1 virus. Het infecteert honden en vossen en wordt veroorzaakt door het speeksel of de uitwerpselen van andere besmette dieren. Het is een sterk, resistent en uiterst besmettelijk virus dat dodelijk kan zijn. 10-30% van de honden met infectieuze hepatitis zal komen te overlijden. Dit virus komt naast honden ook voor onder wilde dieren zoals vossen, wasberen en stinkdieren. Bij deze soorten veroorzaakt het een hersenontsteking.
De symptomen kunnen in het algemeen ook worden opgemerkt bij andere ziekten. Hierdoor is het zeer belangrijk om de juiste diagnose te kunnen stellen. Een van de belangrijkste symptomen bij leverziekte is de geelverkleuring van de slijmvliezen (Geelzucht). Dit is meestal goed waar te nemen en kan snel duiden op problemen aan de lever. Vergroting van de lever en afwijkende bloedresultaten zijn zeer duidelijke alarmbellen. Een aantal andere zichtbare symptomen zijn:
- verlies van eetlust
- braken of diarree
- veel drinken en plassen
- pijn of ontsteking in de buik
- gezwollen klieren.
- verlies van coördinatie
- bloedingen door het hele lichaam. De lever is namelijk verantwoordelijk voor de aanmaak van stollingsfactoren en dit zal verstoord raken wanneer de lever niet meer goed functioneert.
De behandeling hangt sterk af van de correcte oorzaak van de ziekte.
- Normale hepatitis: Symptomatische behandelingen om pijn of ongemak te voorkomen. Belangrijk is ook een strikt dieet die de lever gaat ondersteunen en niet verder aantasten.
- Virale hepatitis: Ontstekingsremmers en antibiotica worden toegediend om secundaire infecties te bestrijden. Je kunt dit virus nooit helemaal kwijt raken. Daarom is het belangrijk om alle mogelijke symptomen tegen te gaan. Zo kun je medicijnen gebruiken om braken en diarree te verlichten. Ook een infuustherapie is steeds aangeraden. Daarnaast zal de hond een strikt eiwitarm dieet moeten volgen tegen leverinfecties en voldoende rust krijgen. Vaak is een virale hepatitis ook chronische en moet deze zeer goed opgevolgd worden ook na behandeling en genezing.
Er zijn heel wat verschillende zaken waarop men kan letten om zowel normale als virale hepatitis te vermijden. Vooral het vaccineren tegen hepatitis kan ervoor zorgen dat er veel minder kans is op een virale hepatitis. Om de normale hepatitis te vermijden raden wij aan om een evenwichtig dieet te geven zonder eventuele voedingsmiddelen uit onze eigen keuken.
Het virus besmettelijk voor andere honden, maar niet voor mensen (geen zoönose).
Kennelhoest
Kennelhoest bij de hond is een besmettelijke infectie/ontsteking van de voorste luchtwegen (neus, keel, luchtpijp). Kennelhoest kan worden veroorzaakt door verschillende virussen en bacteriën zoals het Parainfluenza-virus, adenovirussen maar ook door een bacterie, Bordetella Bronchisepta. Door verspreiding bij niezen en hoesten en door direct neus- en bekcontact kunnen honden besmet worden. Plekken met een verhoogde infectiedruk zijn hondenuitlaatveldjes, shows, kennels en pensions. Bij honden met een verminderde weerstand door ziekte of ouderdom is er meer kans op infectie.
Het woord kennelHOEST zegt het zelf. Het meest voorkomende symptoom is een harde droge hoest. verdere zijn er ook andere symptomen die voorkomen bij kennelhoest:
- Kokhalzen met slijm
- Niezen
- Ademhalingsproblemen
- Koorts
- Sloomheid
- Slecht eten
Voor een diagnose van kennelhoest zijn er geen bloedtesten of andere testen. Men gaat zich vooral baseren op het klinisch onderzoek en de symptomen. Vooral het hoesten van de hond wanneer op de luchtpijp gedrukt wordt is zeer suggestief. Voorts kijkt de dierenarts naar mogelijke andere oorzaken van hoesten zoals hartproblemen.
Wanneer de keel en luchtpijp geïrriteerd zijn, leidt dit tot hoesten. Het hoesten leidt vervolgens weer tot irritatie van de luchtpijp, wat er weer voor zorgt dat het hoesten niet stopt. Doorbreken van deze vicieuze cirkel is heel belangrijk, misschien wel het allerbelangrijkste, bij kennelhoest. Vermijd zo veel mogelijk hijgen. Hou de hond zeker rustig en doe geen lange wandelingen of hevige speelpartijen. Het is ook zeer belangrijk om uw hond uit te laten met een harnas. Hiermee kan er geen onnodige druk op de keel komen die kan zorgen voor meer irritatie.
Vaak wordt er ook gewerkt met medicijnen zoals antibiotica en hoestsiroop. Antibiotica kan een grote rol spelen wanneer er bacteriële infecties opgemerkt zijn. In sommige gevallen is antibiotica niet direct nodig. Een hoestsiroop daarentegen kan steeds helpen de hoest te onderdrukken en de ademhalingswegen rust te bieden.
Het vaccineren tegen kennelhoest is dus zeer belangrijk wanneer u hond vaak in contact staat met andere honden. Op verschillende plaatsen is kennelhoest aangeraden of zelfs verplicht.
- Op drukke uitlaatplaatsen (aangeraden)
- Hondenschool (verplicht)
- Hondenshows of evenementen (verplicht)
- Naar de kennel gaan (een goede kennel stelt dit verplicht!)
Doordat virussen vaak veranderen kan het ook voorkomen dat uw hond te maken krijgt met kennelhoest terwijl hij/zij gevaccineerd is. Wanneer uw hond hiermee toch te maken krijgt na vaccinatie zullen de symptomen vaak veel milder zijn dan bij de honden die niet gevaccineerd worden.
Kennelhoest is zeer besmettelijk voor honden, vooral op plaatsen waar veel honden aanwezig zijn. Het is niet schadelijk voor de mens (geen zoönose).
Rabiës
Rabiës of ook wel hondsdolheid genoemd, is een dodelijke virusziekte, zowel voor mens als dier. Het wordt overgedragen, tussen dieren of naar de mens, via een lik, bijt of krab van een dier dat besmet is. Het is een ziekte die wereldwijd gekend is en voorkomt. Dankzij vaccinatie en goede kennis zijn er in onze regio weinig tot geen gevallen meer van Rabiës. Risicogebieden zijn vooral Afrikaanse en Aziatische subtropische gebieden, alsook Midden-Amerika of Centraal-Europa. Daarom is het belangrijk bij reizen of adopteren uit het buitenland dat de honden en personen gevaccineerd worden tegen Rabiës.
Rabiës bij dieren kan voorkomen in twee vormen:
- Mentale vorm: extreme opwinding en agressie, soms afgewisseld met periodes van depressie. Het dier bijt in zijn poten en valt levenloze voorwerpen, andere dieren of mensen aan.
- Verlammende vorm: dier dat gewoonlijk bang is voor mensen, niet meer bang voor hen. Als het dier normaal een nachtdier is, wordt het overdag actief. Het kan ook depressief of amorf worden en zich terugtrekken in geïsoleerde gebieden. Symptomen van gedeeltelijke of volledige verlamming vertonen (Overmatig speekselen, en abnormale gezichtsuitdrukking, het ineenzakken van het hoofd en de kaak, het produceren van vreemde geluiden). Verlamming van het lichaam begint meestal met de achterpoten en breidt zich uit naar de rest van het lichaam.
Rabiës begint bij mensen met griepachtige verschijnselen, zoals koorts. Vervolgens kan u spierkrampen, stuipen en verlammingsverschijnselen krijgen. Uiteindelijk treden er slik- en ademhalingsproblemen op en soms watervrees. De incubatietijd van het virus is over het algemeen 20 tot 90 dagen. Het virus verspreidt zich naar het centrale zenuwstelsel. Dit leidt vervolgens tot een progressieve en fatale ontsteking van de hersenen en het ruggenmerg. De ziekte kan worden behandeld, maar niet worden genezen. Zelfs bij behandeling van rabiës zijn er ernstige neurologische nawerkingen. Ben je gebeten, gekrabd of gelikt door een vleermuis of een ander van hondsdolheid verdacht dier, neem dan direct contact op met een arts.
De diagnose rabiës kan meestal pas worden gesteld als het al te laat is voor behandeling, als de patiënt al ernstige symptomen heeft. Daarom is de preventieve behandeling a.d.h.v. vaccinatie van groot belang om deze ziekte tegen te gaan
- Vaccinatie tegen Rabiës is verplicht bij honden en katten van het moment ze reizen van en naar België.
- De vaccinatie dient 3 weken voor het oversteken van de grens gegeven te worden.
- In sommige landen is het ook verplicht een Rabiëstiter aan te vragen bij een labo.
- Een vaccinatie is steeds 3 jaar geldig.
- Het vaccin mag vanaf 12 weken leeftijd worden gegeven.
Na een verwonding kan behandeling voorkomen dat het virus in het zenuwstelsel terecht komt. Een onbehandelde rabiësinfectie is altijd dodelijk. Na een (mogelijke) besmetting met hondsdolheid moet binnen 24 uur een behandeling worden ingesteld met antistoffen en vaccinaties.
België is sinds 2001 officieel vrij van rabiës. De kans om in ons land besmet te raken is daarom erg klein.
Rabiës is zeer besmettelijk via een krab of beet van besmet dier en is een dodelijke virusziekte, zowel voor mens als dier. (zoönose)